Hulshout heeft een hoge bevolkingsdichtheid. Om te vermijden dat onze gemeente helemaal wordt volgebouwd en het groen verdwijnt, wil Open Vld duidelijke spelregels voor de ruimtelijke ordening.
Ruimtelijke ordening is bij uitstek een kerntaak voor de overheid, want het is in ieders belang. Velen kopen een huis en moeten daar 20 of 30 jaar voor afbetalen. De regels van de ruimtelijke ordening hebben een grote impact. We kunnen er dus niet lichtzinnig mee omspringen.
Een gezond vergunningenbeleid mag je niet zomaar overlaten aan een schepencollege die geval per geval vrij oordelen. Je moet hiervoor als overheid éénduidige regels vastleggen die zeer breed door de bevolking gedragen zijn en die regels consequent toepassen. Zo’n breed draagvlak bij de bevolking kan je alleen bekomen door via een uitgebreide inspraakprocedure de confrontatie te durven aangaan met de verschillende meningen en de vaak tegengestelde belangen die er leven bij de mensen. Het is ooit al gebeurd voor het vastleggen van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS), een document dat de grote lijnen van een visie op ruimtelijke ordening heeft uitgezet. Gemeenten zijn verplicht om deze visies uit het GRS om te zetten in uitvoerbare en toepasbare regels in zogenaamde Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s). Hulshout heeft zich er in 2007 toe verbonden om die per woonkern op te richten. In 2018 is hier nog steeds geen begin mee gemaakt. |
Om toch maar geen RUP te moeten opstellen heeft het gemeentebestuur een woonomgevingsplan opgesteld. Dit plan heeft echter geen verordenend karakter, met andere woorden: geen kracht van wet. Het schepencollege kan op die manier verder doen zoals ze bezig waren. Maar het ontbreken van een RUP maakt het ook gemakkelijk om in beroep te gaan en alsnog je vergunning te bekomen. Dat alles om te vermijden dat de burger grondige inspraak zou moeten krijgen.
Ruimtelijke Ordening moet een kwestie zijn van het vermijden van constructies die hinderlijk zijn voor anderen. Tegelijk moet de grootst mogelijke architecturale vrijheid gelaten worden aan de Bouwheer met zijn architect. Maar de vrijheid van een persoon eindigt waar de vrijheid van een ander in het gedrang komt. Dat moet de drijfveer zijn van een correct Ruimtelijke Ordening-beleid. |